Margreet Vermeer is onderwijsprofessional en heeft vijf jaar voor de klas gestaan als docent geschiedenis. Ze werkte tien jaar bij Kennisnet. Nu is zij strategisch adviseur bij The Learning Network. Haar dochter deed afgelopen jaar online eindexamen Havo. Haar zoon is derdejaars geschiedenisstudent in Leiden. Margreet deelt hier voorbeelden, vragen en visie op de veranderende onderwijswereld. Vandaag: De leermiddelenmarkt. Hoe houd je de leerling bij de les?

De leermiddelenmarkt in ons land is heel simpel. Die is in handen van drie uitgevers. Noordhoff, Malmberg en Thiememeulenhoff. De lesmethodes zien er beslist allemaal prachtig uit, maar voor een écht vernieuwende aanpak moet je bij kleinere uitgevers zijn. Daarvan zie je steeds meer. Misschien wel als reactie op de grote drie.

Een van nieuwe spelers is Uitgeverij Blink. Ik vind hun aanpak heel verrassend. Ze denken vanuit het spel, ja, de homo ludens. In hun Engelse methode Groove.Me leren basisschoolkinderen op een interactieve en speelse manier Engels aan de hand van de laatste pophits. Dat is natuurlijk veel leuker dan die saaie rijtjes uit je hoofd leren.

Dat speelse vind je ook terug in Wired. In die methode leren middelbare scholieren Engels aan de hand van muziek, strips, films, games en historische verhalen en fragmenten uit televisieseries en boeken. In de lessen werken ze toe naar een taaltaak waarbij ze individueel of in groepjes spreken en schrijven. Van een flyer ontwikkelen voor een muziekevent en het ontwerpen van een eigen gamewereld tot het maken van een storyboard van een hoofdstuk uit een boek. Onderwerpen waarmee ze zich ook buiten school bezighouden.

Sluit met je leerstof aan bij de interesses van je leerlingen. Daarmee kun je ze uitdagen zodat ze in beweging komen.

Bij Blink hebben ze daar vanuit pedagogisch en didactisch oogpunt heel duidelijke ideeën over. Ze denken niet vanuit een methode, maar vanuit context. Ze creëren geen leerwereld die alleen in boeken bestaat, maar gebruiken de wereld zoals leerlingen die zelf ervaren.

Jammer genoeg gaat het ook vaak anders. Met alleen aandacht voor de leerdoelen van een vak. Die verdelen we in stukjes. Dan gaan de leerlingen die opdracht doen. Dan die en die, en als ze allemaal hebben uitgevoerd, weet ik of je dat leerdoel hebt behaald. Dodelijk saai. Alles draait om kwalificatie en die leer- of kerndoelen. Pas als leerlingen die hebben aangetikt, zijn ze rijp voor het examen. Deze tijd vraagt echt om een andere aanpak. Geef kinderen een bepaalde autonomie en beloon ze daarvoor. Daag ze uit om zichzelf te ontwikkelen. Sluit aan op hun belevingswereld. Dat is heel iets anders dan de leerdoelen afvinken. Want dat leidt tot leermethoden waarbij leerlingen in slaap vallen.

Daar kwamen ze bij Blink achter toen ze heel goed naar leerlingen gingen kijken. Die liepen zuchtend en verveeld leeg zodra ze een schoolboek moesten openen, vertelde Jorien Castelein van Blink tijdens een conferentie in 2016. Haar vraag: hoe kun je leermiddelen ontwikkelen waarbij leerlingen op het puntje van hun stoel gaan zitten. Ze starten niet bij leerdoelen en onderwijsprogramma’s, maar bij de drijfveren en behoeftes van de leerlingen.

Deviant is ook zo’n uitgeverij waar ze toegankelijk en afwisselend lesmateriaal ontwikkelen vanuit de interesses van mbo-leerlingen. Mooi voorbeeld vind ik hun mbo-methode burgerschap On the Ground Reporter. Daarin kruipen leerlingen in de rol van journalist en zoeken ze maatschappelijke kwesties uit. Tijdens het spelen van de game doen ze journalistieke ervaringen op, leren ze informatie te beoordelen en krijgen ze inzicht in complexe problemen. In de game zijn authentieke videobeelden, foto’s op locatie en interactieve vragen geïntegreerd. De bijbehorende lespakketten bieden extra informatie en verdieping bij de thematiek uit de game.

Ze spelen ook snel in op de actualiteit. Zo hadden ze een digitale nieuwsles over corona. Daarmee kregen leerlingen stap voor stap inzicht in de crisis en leerden ze zich in te leven in de situatie van anderen. Ook kwam Deviant met een serie online lesmethodes waarmee docenten kunnen inspelen op het nieuwe normaal.

Ik zag een online lesmethode Nederlands waarin mbo-studenten op basis van leerdoelen zelfstandig toewerken naar hun examen. Met erin taalvaardigheden die goed van pas komen op de werkvloer.

Die nieuwe lesmethodes zijn een uitkomst voor het afstandsonderwijs: leerlingen kunnen op school, thuis of op elke andere plek met een internetverbinding gericht aan hun leerdoelen werken. Ze zijn daarbij niet langer afhankelijk van de docent, nee, voor feedback kunnen ze ook bij elkaar terecht. Ook zijn er tests om te kijken welke leerdoelen ze al beheersen. Docenten geven terugkoppeling op ingeleverd werk en zetten met een handige planningstool leerroutes op maat klaar.

Mooi dat die kleinere uitgeverijen laten zien dat het anders kan, en hoe het vandaag ook anders moet. Saaie leermethoden, met verhalen en voorbeelden die voor leerlingen niet relevant of herkenbaar zijn, echt, dat is voor hen funest. Het staat ook in dat prachtige boek ‘Leren zichtbaar maken’ van onderwijswetenschapper John Hattie. Een megastudie naar wat werkt en niet werkt om het onderwijs te verbeteren. “Je moet zorgen dat je lesmateriaal relevant, actueel en van grote betekenis is, anders wordt het snel en substantieel vergeten.”

En zo is het.

P.S. ontmoet Anne van Kampen. Zij deelt inzichten voor lesmateriaal in het nieuwe normaal