“Pak je rust. Zou ik tegen mijn collega’s willen zeggen. Ga wandelen, ga thuis leuke dingen doen, ga nieuwe boeken lezen. Ga in een pixelloze isolatie. En laten we hopen op een ander 2021.” (Conrad Berghoef, Docent Nederlands ROC Friese Poort in Drachten)

Hij is eind 2020 een hit op sociale media. Ook landelijke media kunnen geen genoeg krijgen van de video waarin zijn leerlingen hem bedanken voor alle online lessen van het afgelopen jaar. Omdat ze weten hoe moeilijk hij digitaal onderwijs vindt. Een gesprek met Conrad Berghoef van ROC Friese Poort uit Drachten, het gezicht van alle docenten van ons land voor wie het afgelopen jaar o zo pittig was. “Digitaal onderwijs hoeft niet altijd te betekenen dat studenten moeten werken met hun laptop.”

Gatverdarrie. Hij is er alweer helemaal klaar mee, met dat stomme online onderwijs. De eerste les die ochtend verloopt niet echt fijn. Och man, hoe lang moet dit nog doorgaan? Kom op, niet zeuren, de zoveelste online les wacht. Klas VP19EF. Als hij incheckt, hebben meestal al een paar leerlingen hun camera aan, maar nee, niemand deze keer. Ergernis welt in hem omhoog. Vooral als een leerling vraagt of zij de les mag opnemen, omdat een klasgenootje ziek is. Ook dat nog, nou ja, vooruit dan maar. 

‘Mijnheer?’, vraagt een andere leerling, kunt u ons allemaal zien?

‘Nee, ik kan helemaal niemand zien’, reageert hij ietwat geïrriteerd. Hij hoort gegiechel. Iemand zegt ‘jongens’ en dan ineens openen alle leerlingen hun camera. In hun hand houden ze een papiertje met een boodschap. ‘Bedankt Conrad’, leest hij. ‘Dankjewel Conrad’. En die regen van bedankjes blijft op zijn verbaasde gezicht neerdalen, en ja, daar krijg je natte ogen van. 

Jemig, is het eerste wat Conrad Berghoef van ROC Friese Poort uit Drachten kan uitbrengen. Intussen moet hij andere woorden wegslikken. Hij is echt overdonderd door de actie van zijn leerlingen. Zijn stilte is zijn langste zwijgen ooit. ‘Wat jullie niet konden weten, was hoe ik dit nodig heb, nu, op dit moment’, zegt hij, met een brok in zijn keel. Maar dat weten ze, die studenten uit klas VP19EF. Een klas met wie hij een bijzondere band heeft. “Ik geef sinds maart dit jaar online onderwijs. Ik krijg het daar de laatste weken alsmaar moeilijker mee.” Hij geeft alleen nog fysiek les aan de eerste klassen. Twee ochtenden per week is hij op school. “Ik haal mijn energie uit mijn leerlingen. Ik mis het dagelijks contact.” 

Leraar die hij zelf nooit heeft gehad
Terug naar 1988. Naar de Nieuwe Lerarenopleiding Ubbo Emmius in Leeuwarden. Daar volgt Conrad de studie Geschiedenis. “Ik wilde graag de leraar worden die ik zelf nooit heb gehad.” Nope, hij had geen leuke schooltijd. Hij was een tikkie stevig en dat maakte van hem prima pestmateriaal. Geestelijk en lichamelijk. Maar geen leraar die zijn eenzaamheid opmerkte. Daarom wil hij graag die leraar zijn die tegen zo’n leerling zegt, zonder dat die daarom hoeft te vragen: ‘Hé, zullen we even praten? Volgens mij gaat het met jou niet zo okay.’ O nee, hij maakt zich geen illusie. Hij is geen maatschappelijk werker. Toch: “Ik wil mijn studenten niet alleen iets leren, maar ook echt iets voor ze betekenen.” Bij alles wat hij doet, stelt hij zich altijd de vraag, wat hebben mijn studenten hieraan? “Ik probeer mijn lessen zo dicht mogelijk naar hun belevingswereld of beroepspraktijk te brengen.”

MBO-leraar van het jaar
In 2017 wordt Conrad gekozen tot MBO-leraar van het jaar. De jury prijst zijn vernieuwende en interactieve lesaanpak. Met ruimte voor spel en discussie. Hij gebruikt de mediakanalen die ze zelf gebruiken. Via zijn eigen Youtube-kanaal deelt hij zijn lessen en geeft extra uitleg over Nederlandse grammatica. Op Facebook vertelt hij over zijn ervaringen in de klas. Hij maakt met studenten theaterproducties en organiseert lesmarathons. Ook stimuleert hij tweedejaars studenten MBO Verpleegkunde om hun eerste ervaringen in de zorg op papier te zetten. Het resulteert in het boek ‘Help, ik zit in de zorg’ dat vol staat met grappige, ontroerende en soms hilarische verhalen. “Een meisje van zestien vond een patiënt dood in bed. Wat deed dat met haar? Hoe vertelde ze dat na? Hoe reageerden haar vriendinnen?” Het boek was een doorslaand succes. “Toen het verscheen, begonnen mijn leerlingen het te delen op Facebook. Als leerling schoolproducten rondsturen, weet je dat je goed zit.”

Teams doodt echt contact
Toch klinkt het een beetje gek. Conrad vindt dat het onderwijs moet meegaan met de tijd. Hij staat open voor het nieuwe en afwijkende. Hij gebruikt online media voor zijn lessen. En toch wordt hij stapelgek van digitaal lesgeven. Dat komt door zijn lesstijl, vertelt hij. “Ik houd van improviseren en intuïtief lesgeven.” Natuurlijk bereidt hij nieuwe lesonderdelen goed voor. Bij de overige lessen laat hij het gebeuren. “Omdat het in de klas toch vaak anders gaat.” Dan speelt hij in op wat hij ziet, hoort en voelt. “Als een student moeilijk kijkt of wegkijkt, stel ik hem een vraag. Op basis van zijn antwoord, vertel ik een aansluitend verhaal.” Dat kan hij niet doen als hij via Teams een verhaal vertelt of een presentatie houdt. Op zijn scherm ziet hij enkel zijn sheets, niet de reacties van de leerlingen. “Ik ben mijzelf niet online. Ik moet mijzelf inleveren. En daar word ik chagrijnig van.”

Geen plek voor improvisatie en conversatie
Daarbij, en dat vindt Conrad echt vervelend, alle online lessen lijken op elkaar. Zijn opgebouwd volgens hetzelfde stramien. Je start met een korte introductie. Dan volgt een quiz over de vorige lesstof. Dan een presentatie over de nieuwe stof met ruimte voor vragen. De laatste tien minuten reserveert hij voor kletspraat over wat dan ook verder ter tafel komt. Zo kan de les tenminste nog een beetje persoonlijk maken. Maar nee, niks geen plek voor improvisatie. Nauwelijks plek voor conversatie. “Je stelt een vraag en hoopt dat er een antwoord komt. Online moet ik soms langer dan een minuut wachten op antwoord. Dat is allemaal zo anders.” 

Structuur biedt houvast
Gek genoeg vinden de studenten die herkenbare lesstructuur juist fijn, kreeg hij enkele weken geleden te horen. Omdat ze precies weten wat wanneer komt. Die structuur biedt hen houvast.” En ja, als het voor zijn leerlingen werkt? Daar doet hij het tenslotte voor. Het zette Conrad aan het denken. “Kijk naar succesvolle televisieprogramma’s als DWDD. Daarin zit ook een heldere structuur. Met steeds vaste ankerpunten. Dat idee zou je ook binnen je les kunnen toepassen. Met voor elk lesonderdeel een ander format.” En mag het een onsje minder directief ook? “Wij als docenten moeten leren de interactie online op te zoeken. Digitaal onderwijs hoeft niet altijd te betekenen dat studenten moeten werken met hun laptop.” Ennuh, misschien dat docenten ook wat minder snel kunnen vluchten in appjes en andere technologische hulpmiddelen? Want waarom altijd die tools. Hij kreeg die online regenbui van bedankjes toch ook niet via een chatfunctie. Die stonden allemaal handgeschreven en getekend op papier. “Ik was in 2012 een early adopter van het quiztooltje Kahoot. Maar dat heb ik het afgelopen jaar niet meer gebruikt. Terwijl ik wel 100 oefeningen op Kahoot heb klaarstaan.” 

Boek lezen
Durf tijdens een les ook een keertje niks te doen, tipt hij. “We denken te snel dat je tijdens een online les altijd weer iets nieuws over de hoofden van je studenten en leerlingen moet uitstorten. Dat je altijd les moet geven. Zijn er geen vragen, ga dan lekker aan de slag.” Hij laat zijn studenten tijdens een les twintig minuten een boek lezen. Ja hoor, dan mogen gerust de camera’s uit. Misschien dat sommigen dan de vaatwasser uitruimen of de hond uitlaten, hij weet het niet, maar aan het eind van de les zijn ze altijd allemaal terug. Voor dat ‘kletskwartiertje’ en om samen de les af te sluiten. “Dat is heel belangrijk, dat je samen duidelijk afsluit.” 

Hommage aan alle docenten
De dankjewel-video voor Conrad kun je zien als een hommage aan alle leraren die dit jaar -gedwongen- heel snel moesten omschakelen naar online onderwijs. Met alle bokkensprongen die daarbij horen. Een vergelijking met de applausfilmpjes voor de zorg, nee, daar wil hij niet aan. Dit was een spontane actie van zijn klas. Niks geen vooropgezet plan. “Dat maakte het filmpje zo echt en daardoor raakte het ook zoveel mensen.” Niettemin is hij nog steeds verbijsterd over het hoge aantal views. Een paar honderd, vrienden, familie, collega’s en andere docenten uit ons land, ja, die had hij wel verwacht. Maar de teller staat intussen op 450.000 kijkers. “Dat dit filmpje zo snel en enorm werd opgepakt? Dat geeft het gevoel dat veel mensen met je meeleven en je begrijpen.